Dat betekent dat de wereld niet om mij draait. Dat ik niet alles wat ik her en der lees, bij anderen of over anderen, op mijzelf hoef te betrekken. Want zo belangrijk ben ik niet. En ik ben zeker niet het middelpunt van het Universum. Wat zeg ik, zonder mij, draait de wereld gewoon door. En dat is maar goed ook.
Dat beseffen en er ook naar leven, geeft rust. Geeft ook wel te denken over het waarom van die manier van concluderen en denken - zou ik net als mijn vader een narcist zijn? (Vader met diagnose he...niet zelf bedacht, wat momenteel errug trendy is; elke rotvent is een narcist). Want ik lijk in zoveel opzichten zoveel op hem. Zijn lichaamsbouw, zijn kop, zijn schijnbaar makkelijke manier van met mensen contact leggen, zijn mateloosheid, maar misschien ook wel dat agressieve gedeelte (al sloeg en trapte ik mijn kinderen niet of schold ze uit voor weet ik veel), misschien wel in de vorm van passief agressief maar dan op mijzelf gericht.
Maar ook zijn frustratie, zijn eeuwige gevoel dat hem onrecht wordt of is aangedaan, dat hij niet gezien wordt voor wat hij allemaal zou kunnen, want eigenlijk kan hij zoveel heel erg goed, het beste van iedereen in feite, als hij nou maar de kans kreeg om..(oh ja..dat is typisch een narcistisch denkpatroon). Het mijne ook misschien?
Dat hij er moeite mee had te zien dat hij beperkt was in zijn mogelijkheden. Geen middelbare school kon afmaken, want totaal geen interesse in school. Liever sporten. Dat zijn ouders vonden dat hij naar de HBS moest, maar dat dit veel te hoog gegrepen was voor hem. Dat hij vroeger grapte dat hij zijn rapport verscheurde, in de gracht gooide en dan zong; Alle eendjes zwemmen in het water.
Maar wel van zijn kinderen goede rapporten eiste. Altijd ruzie hierover thuis. Beter, beter, haal je diploma's, heb je je huiswerk gemaakt. Harder leren, harder, harder.
Dat zijn jongere zus kennelijk de status 'hoogopgeleid' kreeg van zijn ouders, terwijl ze 'gewoon' kleuterleidster was, vond ik altijd enorm niet naar de feiten willen kijken. Een kleuterleidster is, gezien de feiten, niet iemand die in de categorie Hoogopgeleid valt. En zeker niet met de onnozelheid en wereldvreemheid van mijn tante. Het ironische is wel, dat iedereen vond/vindt dat ik uiterlijk zo op die tante lijk. Mijn vader peperde dat ook altijd nog even vrolijk in: "Je bent precies zoals mijn zuster, dik en lelijk. Jij vindt nooit een vriendje. Niemand wil je als zo dik blijft.
Maar zo waren de vastgeroeste ideen van toen. Mijn vader 'kon' niks, want gemankeerd en mijn tante die was geweldig, maar zo lelijk, want dik tsja....daar was ook geen vent voor te vinden. Uiteindelijk wel, maar die werd door mijn vader ook niet goed bevonden. Terwijl hij toch echt de zoon van een dominee was, dus uit 'hogere kringen' kwam. Maar er mankeerde wat aan die man vond mijn vader. (Ja, Pa, dat hij aan me zat).
Het levert wel enorme frustratie op, die onderlinge rivaliteit, vooral als beide willen bewijzen dat ze de beste zijn. Mijn vader en zijn zuster die speelden dus levenslang het spelletje 'IK ben de beste'. En iedereen in de familie speelde mee. Om maar van hun ouders erkenning te krijgen. En van de omgeving. En van de kerk. En van de toevallig langslopende boswachter.
Mijn vader te snel en jong al een getrouwde man met kind en daardoor uiteraard ook verantwoordelijkheden. Dat kon hij helemaal nog niet. Een baan hebben en houden. En natuurlijk een eigen woning. Een gezin onderhouden. Een woning waaraan constant verbouwd moest worden. Waar hij geen talent voor had, maar het moest maar. En nog meer kinderen. Constant op zijn tenen lopen.
En dan mijn moeder die beweert dat mijn vader zo lang 'stabiel' was omdat zij iedere keer hem stuurde en rustig hield. Nou mam...volgens mij ben je nog nooit met hem mee naar zijn werk geweest. Wat toevallig het 'Gekkenhuis' was. Maar daar werd altijd bij gezegd door mijn vader dat hij er werkte. Niet zat. Dat heeft hij toch maar mooi 40 jaar kunnen volhouden, naast alle veranderingen in zijn gekkenhuis, moeilijke bazen en moeilijkheden in zijn eigen hoofd. En 40 jaar kunnen zorgen voor brood op de plank. Dat is ook helemaal niet gek. Maar het lijkt wel - nu hij dood is - dat mijn moeder alle credits voor die prestatie ook naar zich toe wil trekken. Doordat mijn vader zolang gewerkt heeft, geniet mijn moeder nu van een goed pensioen. Dat is niet haar verdienste. Ik word altijd kriebelig als ze daar zo minzaam over doet. Of dat huis. Maar er ook niet weg wil. Want staat toch wel in een goede buurt.
Hoe ironisch was het dat mijn vader jaren later, na een heftige tijd met psychoses en beginnende Alzheimer, nu wel in 'het gekkenhuis' zat. In de isoleer. Maar in de club in zijn woonplaats.
Toen mijn vader eenmaal de diagnose Alzheimer (plus nog wat andere dingetjes) had gekregen en thuiswonen geen optie meer was, want te onvoorspelbaar in zijn agressieve gedrag, pochte hij nog steeds dat hij de beste was van de afdeling. Dat hij in feite te goed was voor zijn nieuwe huis, maar ja...dan kon hij de anderen begeleiden.
Toen ik hem een keertje in het verpleeghuis opzocht uit mijn werk, toen riep ik iets van dat ik op hem leek. In een helder moment antwoordde hij toen; "Ja, maar in
mijn koppie zit niks meer".
Juist toen ik mijn uiterste best deed mijn paniek te bestrijden en te bezweren door maar weer in de cijfers en feiten te duiken over mijn financiele toestand en mijn toekomst, kreeg ik een appje van de Kerstvrouw. Dat er iets voor mijn deur stond!
Eerst moest ik nog voor Orakel spelen bij de droomuitleg over iemand die over allemaal dozen had gedroomd. Ik wist eigenlijk al direct wat het betekende, maar had geen zin in pijn. En ontkenning.
Dus zei haar dat ze waarschijnlijk zelf wel gaat snappen wat het symbool hierachter - nadenken over aan wie je je genegenheid schenkt - betekent. Misschien mam, ga je het ooit eens snappen. Ja, ook ik snak kennelijk naar erkenning.
Dus daarna de deur pas open kunnen doen en daar stond mijn eigen Kerstdoos! Een kerstpakket. Mega groot, moest 'm met twee handen optillen en zwaar. En zo attent. Ik keek nog in de straat of ze misschien stiekem nog ergens met de auto stond, zodat ik haar kon bedanken, maar ze was al richting mr X en hondje gereden.
Nu ga ik koffie maken (want die was net op!) met de koffie uit mijn kerstpakket. Wat een heerlijk gevoel. Dat ik niet onzichtbaar ben.
Kreeg trouwens nog van een lezeres van mijn blog ook een heel mooi voorstel. Wat ze vroeger altijd in de kerk zeiden: we moeten omzien naar elkaar. (Maar dat toch wat minder deden). Alleen daarvoor al, door het bloggen kom je in contact met zoveel bijzondere mensen, zat ik gisteren met een smile van oor tot oor. En voelde de schraalheid her en der veel minder urgent.
Foto van Pixabay